Voor de aardappeltjes:
- 450 g Cêlavìta’s verse halve krieltjes met schil
- 4 el kikkoman (zoute sojasaus)
- 4 el water
- 2 el bruine suiker
- 1 limoen, sap
- 1 el rijstazijn
Voor de krokante sesamkippendijtjes:
- 2 el bloem
- 1-2 el water
- 1 el witte sesamzaadjes
300 g kippendijen, zonder vel en bot, gehalveerd - Peper en zout, naar smaak
- Zonnebloemolie, om in te bakken
Voor de kropslasalade:
- 1 kleine kropsla
- 2 bosuitjes, in ringen gesneden
- 1 limoen
Extra nodig:
Keukenpapier, frituur of ruime hapjespan
Stap 1:
Meng bloem met 1 à 2 el water tot een dik beslag. Meng hierdoor de sesamzaadjes. Breng het kippendijvlees op smaak met peper en zout en meng het kippendijenvlees door het beslag.
Stap 2:
Doe de aardappeltjes in een ruime pan. Voeg hieraan de kikkoman, water, bruine suiker, limoensap en rijstazijn toe. Breng de aardappeltjes aan de kook met de deksel op de pan. Als het vocht kookt de aardappeltjes op laag vuur zetten en 10 minuten laten pruttelen. Na 10 minuten de deksel van de pan verwijderen en het vocht laten inkoken op laag vuur tot deze stroperig rond de aardappeltjes hangt. (Duurt ca. 5 minuten).
Stap 3:
Verwarm een ruime hoeveelheid zonnebloemolie voor om de kippendijen op matig vuur goudbruin en krokant te bakken. (Kan ook in een frituur). Bak de kippendijen in ca. 8 minuten goudbruin en krokant op matig vuur. Laat de sesamkippendijtjes uitlekken op keukenpapier alvorens ze te serveren.
Stap 4:
Terwijl de aardappeltjes op het vuur staan en de sesamkippendijtjes worden gebakken kunnen mooie kropslabladeren op 3 borden verdeeld worden. Hierop worden de aardappeltjes met sesamkippendijtjes geserveerd. Garneer met bosuiringetjes en knijp wat sap van een partje limoen over het gerecht.
