Stap 1:

Begin met het bereiden van het klapstuk. Leg het klapstuk tussen 2 vellen huishoudfolie en sla het plat (bijvoorbeeld met een deegrol). Verhit 1 eetlepel boter in een kookpan en bak hierin het klapstuk aan beide zijden even aan.

Stap 2:

Doe de bouillon, jeneverbessen en kruidnagels erbij en breng het geheel aan de kook. Laat het klapstuk zo tegen de kook aan zachtjes 2 uur sudderen.

Stap 3:

Maak ondertussen de wortels schoon en snij deze in blokjes. Pel de uien en snij deze in ringen.

Stap 4:

Haal na 2 uur sudderen het vlees uit de pan en schenk de bouillon door een zeef.

Stap 5:

Doe de bouillon terug in de pan, voeg de wortel en ui toe en breng aan de kook. Leg het vlees op de groenten. Laat het 10 minuten koken.

Stap 6:

Doe de aardappelen erbij in de pan en laat het nog eens 15 minuten koken.

Stap 7:

Haal het vlees weer uit de pan en houd dit warm onder een stuk aluminiumfolie. Giet de aardappelen en groenten af, vang de bouillon op.

Stap 8:

Stamp de aardappelen en groenten tot een stamppot. Voeg de rest van de boter toe en maak de stamppot smeuïg met een beetje bouillon. Snij het vlees in 4 stukken.

Stap 9:

Serveer de stamppot met klapstuk, grove mosterd en de opgevangen bouillon in een apart kommetje.