Stap 1:

Verhit een ruime stoofpan met daarin 1 eetlepel roomboter. Als de boter is uitgebruist voeg je de helft van de gesneden runderriblappen toe. Bak deze rondom bruin en bestrooi het met zout en peper naar smaak. Haal het vlees uit de pan, als deze mooi gebakken is. Smelt dan de tweede eetlepel boter en bak de andere helft gesneden runderriblappen rondom bruin en bestrooi ook deze met zout en peper naar smaak. Als dit vlees mooi gebakken is kun je de eerder gebakken runderriblappen, de gesneden ui, de kruidnagels, de laurierblaadjes en de steranijs toevoegen. Bak dit tot de ui zacht wordt. Wanneer de ui zacht is strooi je de bloem in de pan en bak je deze zo’n 3 minuten mee. Blus dit daarna af met de runderbouillon en de natuurazijn. Breng het geheel aan de kook en roer het goed door. Zet de pan vervolgens op een laag vuur en stoof het vlees met de deksel op de pan in zo’n 3 à 4 uur gaar.

Stap 2: Doe de appelblokjes samen met de suiker, citroenrasp en -sap, water en kaneelstokje in een pannetje. Verhit de appel onder regelmatig roeren. Afhankelijk van de structuur die je wil bereiken kook je de appelblokjes in 8 tot 15 minuten gaar. Indien nodig voeg je tussendoor nog wat extra water toe. Als je een gladde moes wil, kun je de appeltjes pureren na circa 15 minuten koken.

Stap 3:

Om de hachee af te maken haal je een half uur voor het eind van de bereidingstijd de deksel van de pan en laat je de jus op laag vuur inkoken tot de gewenste dikte.

Stap 4:

Wanneer de hachee en de appelcompote klaar zijn, kun je de aardappelen koken. Vul een pan met de aardappelen en water, zodat de aardappelen net onder staan. Breng het water aan de kook en laat het geheel ca. 14 minuten koken. Verwarm ondertussen de rode kool naar aanwijzing op de verpakking. Giet de aardappelen af als ze gaar zijn en laat ze 2 minuten droogstomen voordat je ze serveert met de hachee en de appelcompote. Bestrooi de aardappelen met verse peterselie.